Gasloos, maar met verstand

U heeft het vast al gemerkt: de markt is ‘om’. We gaan van het gas af; in elk geval van het Groningse aardgas. Dat zal impact hebben in elke gemeente, elke wijk, achter (bijna) iedere voordeur en op de bedrijfsvoering van de hele bouw- en installatiesector. Maar laten we het wel met verstand doen, want anders wordt ‘gasloos’ een belemmering om door te stappen naar de stip op de horizon: een fossielvrije gebouwde omgeving.
Sinds begin dit jaar lijkt het wel of alle twijfel uit het debat is verdwenen. Of het nu veroorzaakt wordt door de wereldwijde signalen van klimaatverandering, de duidelijke keuzes van een nieuwe regering of het besef dat de roofbouw op Groningen moet stoppen; de conclusie is steeds dat een energietransitie in Nederland onontkoombaar is en dat de gebouwde omgeving daarin een belangrijke rol te spelen heeft. Vooral de keuze voor het versneld beëindigen van de winning van Gronings aardgas maakt indruk. Het beeld dringt zich op dat iedereen zo snel mogelijk zijn gasmeter uit woning of bedrijf moet werken. Maar zal dat ook de praktijk zijn?

Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen nieuwbouw en grootschalige renovatie aan de ene kant, en de 7 á 8 miljoen bestaande woningen en gebouwen aan de andere kant. Bij nieuwbouw – en alles wat daar qua ingreep sterk op lijkt – ligt de keuze voor de hand: gasloos! Dit betekent voor de komende jaren dat het merendeel van de panden all-electric zal worden. Want de grootschalige uitrol van nieuwe duurzame warmtenetten zal wel wat tijd zal vragen en lokale of gebouwgebonden biomassa zal een niche blijven.

De grote uitdaging is de bestaande voorraad. Ook dat is geen nieuws en het krijgt dan ook terecht veel aandacht. Daarbij klinkt enerzijds het ‘onmogelijk’ en ‘onbetaalbaar’ terwijl er aan de andere kant simpele en goedkope oplossingen gepresenteerd worden met een hoog wishful-thinking-gehalte. Daarbij is verstand dus broodnodig; gebaseerd op vakkennis, ervaring en praktijkinzicht. Met een open oog voor echte innovatie, maar ook een scherpe blik om illusies te doorzien.

Op korte termijn heeft de markt behoefte aan meer duidelijkheid en aan een vorm van regie. Gemeente en netbeheerders krijgen daarbij een centrale rol. Nog dit jaar zullen we de eerste warmteplannen zien, waarbij op wijkniveau de kaders worden aangegeven. Waar komen warmtenetten, waar worden gasnetten afgekoppeld en waar zullen deze juist nog een aantal jaar blijven functioneren? Nog een jaar later is dit voor het overgrote deel van Nederland bekend. Zo snel kan het gaan.

In de tussentijd rinkelt de telefoon en pingt de email met aanvragen om nu al met een passend antwoord te komen. Daarbij is het verleidelijk te kiezen voor de meest simpele maatregelen: elektrisch verwarmen in combinatie met een dak vol PV geeft de illusie van eigen regie en onafhankelijkheid. De realiteit is dat het in veel gevallen de problemen neerlegt bij het netbeheer. De eigenaar van het pand wordt sterk afhankelijk van de beprijzing van de elektriciteit, zeker nu de salderingsregeling herzien wordt. Bovendien zal zo de CO2-uitstoot op landelijk niveau blijven stijgen, omdat de elektriciteit de komende jaren nog voor het merendeel ‘grijs’ is. Daarmee wordt gasloos een belemmering naar echt CO2-neutraal. Daarom het pleidooi om altijd te kiezen voor een combinatie van vraagbeperking (isolatie) met slimme opwekking van elektriciteit en van warmte/koude. Dan blijft er plaats op het dak om ook de energie voor wasmachine en elektrische auto lokaal op te wekken. Dan maken we oplossingen voor de korte en de lange termijn.
Dus gasloos? Ja! Maar wel met verstand.

Ir. Harm Valk
Senior adviseur en partner Nieman Groep