Grotere kennisbehoefte naarmate energiegebruik kleiner wordt

Harry van Weele: “De juiste praktijkinformatie is voor de vakman van wezenlijk belang”

Bij elke reductie van het energiegebruik in woningen en gebouwen, wordt de engineering ingewikkelder. Dus elke keer als de overheid de energienormen aanscherpt, moet de vakman – of het nu de ontwerper of de uitvoerder is – zich verder bekwamen. “Ga maar na: de consequentie van 22 in plaats van 24 kW opwekvermogen installeren is lang niet zo groot als wanneer je 1 kW opstelt, terwijl het eigenlijk 1,5 kW zou moeten zijn.”

De introductie van energieneutraal bouwen, nul-op-de-meter en ‘all-electric’ zetten de technische eisen voor de bijbehorende installatietechniek redelijk op zijn kop. “Nog maar tien jaar terug realiseerde je een knappe EPC met een moderne hr-ketel, radiatoren en een temperatuurtraject van 70/50°C. In dat concept maakte het niet zo veel uit of die ketel per ongeluk 22 in plaats van 24 kW leverde; er was zelden een tekort aan capaciteit. Bij een ‘all-electric’ installatieconcept ligt dat wel even anders. Het maakt nogal een verschil of de warmtepomp 1,5 kW of 1 kW vermogen levert, als het buiten 10 graden vriest. Een kleine verstoring in de techniek van een nul-op-de-meter woning en de bewoners zitten in de kou”, zegt Harry van Weele, projectcoördinator bij ISSO.

Kennisproducten actualiseren

Om alle vakmensen up-to-date te brengen, werken de coördinatoren van Kennisinstituut ISSO koortsachtig om alle kennisproducten actueel te houden. In elk geval moet de beschikbare kennis aansluiten bij de steeds verder aangescherpte energie-eisen. Zo zijn deze zomer alle ISSO-publicaties die betrekking hebben op de warmteverliesberekening aangepast. Want de moderne, hedendaagse woningen en gebouwen laten aanzienlijk minder warmte door dan die van pakweg 5 of 10 jaar geleden. De engineering van een warmteverliesberekening vraagt wezenlijk andere input dan wat de vakman gewend was. Moderne gebouwen zijn inmiddels zo goed geïsoleerd dat ze tijdens één nacht niet of nauwelijks nog afkoelen.

Verbetering van de communicatie

ISSO-publicatie 72 is een andere, nieuwe ISSO-publicatie met onmisbare kennis. Deze publicatie behandelt het ontwerp van individuele en kleine elektrische warmtepompsystemen voor de woningbouw. De goede werking van duurzame-energiesystemen op basis van bodemenergie en warmtepompen staat of valt bij de samenwerking tussen alle onderdelen. Vanaf de eerste planvorming tot en met het beheer en onderhoud is het essentieel dat alle systeemcomponenten, maar ook alle betrokken partijen, naadloos samenwerken. De nieuwe ISSO-publicatie 72, maar ook de publicaties 39 en 73 die later dit jaar verschijnen, bevatten daarom verbeterde communicatietabellen om de samenwerking in de verschillende fases van het ontwerp en de uitvoering te verbeteren. “We werken hard aan het actualiseren van alle voorbeeldboeken voor energiezuinig bouwen en de handboeken met installatie- en bouwconcepten”, zegt Van Weele. “De juiste praktijkinformatie is voor de vakman van wezenlijk belang.”

 

Kees Arkesteijn: “Alle kantoorgebouwen moeten in 2023 minimaal een Energielabel C hebben”

Introductie van BENG

Dat het de komende jaren, als het gaat om regelgeving, voorlopig niet rustig wordt, vertelt Kees Arkesteijn, eveneens projectcoördinator bij ISSO. “We weten allemaal dat in 2023 alle kantoorgebouwen minimaal een Energielabel C moeten hebben. Dit is echt een enorme opgave. Bovendien introduceert de overheid nieuwe regelgeving voor het realiseren van Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Dit vereist een nieuwe bepalingsmethode die de huidige methode voor de Energieprestatieberekening gaat vervangen. Het betekent, als de EPC vervalt, dat de ISSO-publicaties 75.1 en 82.1, die nu de opnameprotocollen bevatten voor de energieprestatieberekening, op de schop gaan. NEN is al druk bezig om de nieuwe bepalingsmethode voor BENG in de steigers te zetten. In 2018 kan de overheid dan een administratieve lasten toets uitvoeren.”

Invoering vanaf 2021

Al in 2019 wil de overheid de BENG-eisen toepassen op haar eigen nieuwbouw. Arkesteijn: “De BENG-indicatoren worden dan nog wel met de NEN 7120 bepaald. In 2021 zullen we dan voor de nieuwbouw en bestaande bouw de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie, gebaseerd op de Europese normen, invoeren. Voor de opname van de bestaande gebouwen en bij de oplevering van nieuwe gebouwen, zullen de aangepaste ISSO-publicaties met opnameprotocollen nodig zijn.

De BENG-eisen voor nieuwbouw rusten straks op nog maar drie uitgangspunten:

-wat is de warmte- en koudevraag;

-hoeveel primaire energie is er nodig voor mijn opweksysteem;

-hoeveel duurzame energietechnieken heb ik in mijn concept toegepast.

Dit is echt een compleet andere methodiek dan die we nu voor de EPC gebruiken.”