DIE ZIJN ER VOOR INSTALLATEURS GENOEG
“Duurzaamheid moet” – een waarheid als een koe! “Energietransitie is nodig en onvermijdelijk” – nog een koe gevangen! “All electric met warmtepomp is DE oplossing” – de eerste valkuil.
Toen de voorzitter van een brancheorganisatie de media beheerste met een pleidooi voor de warmtepomp, duurde het niet lang voordat de verhalen de ronde deden. “Als ik nu een energiegebruik 10 heb kan ik dat met een heel goede warmtepomp met COP 5 tot een vijfde deel terugbrengen (10/5 = 2). Dat kost wel wat, maar ik bespaar 80% op mijn verwarming.”
Nu weten wij wel dat die COP 5 bij een heel goed afgestemd en uitgevoerd ontwerp haalbaar is, maar bij vervanging van een ketel zal dit zelden het geval zijn. Die COP wordt alleen gehaald als bron, afgiftesysteem en warmtepomp optimaal op elkaar zijn afgestemd. Begin daar maar eens aan in een bestaande situatie.
Maar hoe zit het nu in zijn totaliteit bij die behoefte 10 en een elektriciteitsvraag van 2? De elektriciteit zal doorgaans worden opgewekt in een kolencentrale met een opwekkingsrendement van 40%. In de centrale zal er dus 2,5 x 2 = 5 eenheden brandstof moeten worden verband om 10 eenheden warmte in de woning te krijgen. Dat is dus iets anders dan 2 om 10 te krijgen.
“Maar ik heb groene stroom” hoor ik al zeggen. Dacht u nu echt dat de treinen van de NS, die zogenaamd op windstroom rijden, stil staan als het windstil is? En ook de Amsterdamse trams zullen blijven rijden als de vuilverbranding niet draait. En die zonnepanelen op het eigen dak leveren in het stookseizoen maar 10% van de jaarcapaciteit. Dan moet je wel een heel groot dak hebben als je daarmee een warmtepomp wil voeden.
Die warmtepomp is echt een goed ding, maar kijk uit voor sprookjes eromheen. Want als de waarheid aan het licht komt is het zoals altijd de schuld van de installateur.
Dat gevaar is bij nieuwbouw nog groter. Als de bouwer slechter bouwt dan zonder meerkosten zou kunnen (wat de concept BENG-regeling mogelijk maakt) is de energievraag van het casco aanzienlijk hoger dan noodzakelijk. Dat is ‘goed te rekenen’ met een warmtepomp en gedeeltelijk met zonnepanelen. Bedenk dan wel dat die warmtepomp zonder noodzaak (aanzienlijk) groter is dan bij een goede bouw noodzakelijk zou zijn en dat de installateur met zijn vakbekwaamheid misbruikt wordt om een suboptimaal casco ‘goed te maken’.
Ik hoor sommigen al zeggen: “Maar met die warmtepomp kan ik ‘s zomers ook koelen.” Weet dan dat een goed woningontwerp in Nederland (ook bij hittegolven) zonder energiekosten in de zomer aangenaam koel kan zijn. Als je maar zorgt voor genoeg goed geplaatste klapramen. Die koeling is dus helemaal niet nodig, maar soms wel leuk om een te krap bemeten bron in de zomer wat te regenereren.
Gekscherend zou ik kunnen zeggen “de beste installatie is geen installatie.” Maar zo simpel is het niet. Ik moet zeggen: “het beste woningontwerp heeft geen grote ingewikkelde installatie nodig.” Een goed ventilatiesysteem en een kleine warmtebehoefte (koeling is bij een echt goed ontwerp overbodig) leiden tot de best mogelijke woning. Die woning wordt integraal ontworpen waarbij casco en installatie goed op elkaar worden afgestemd. Die woning heeft voor en achter op elke verdieping over de volle breedte bovenlichten die inbraak- en insectvrij open kunnen. Die woning heeft geen koeling nodig. Die woning is aanzienlijk beter dan de concept BENG-regeling voorschrijft.
Kijk dus uit en word als installateur geen slachtoffer van een slecht woningontwerp.
Duurzaamheidsadviseur Ir. Chris Zijdeveld